Vervoeging van vrijpleiten

Onbepaalde wijs (infinitief): vrijpleiten

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik pleit vrij
    • jij pleit vrij
    • hij/zij/het pleit vrij
    • wij pleiten vrij
    • jullie pleiten vrij
    • zij pleiten vrij
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik pleitte vrij
    • jij pleitte vrij
    • hij/zij/het pleitte vrij
    • wij pleitten vrij
    • jullie pleitten vrij
    • zij pleitten vrij
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb vrijgepleit
    • jij hebt vrijgepleit
    • hij/zij/het heeft vrijgepleit
    • wij hebben vrijgepleit
    • jullie hebben vrijgepleit
    • zij hebben vrijgepleit
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had vrijgepleit
    • jij had vrijgepleit
    • hij/zij/het had vrijgepleit
    • wij hadden vrijgepleit
    • jullie hadden vrijgepleit
    • zij hadden vrijgepleit
  • Toekomende tijd I

    • ik zal vrijpleiten
    • jij zult vrijpleiten
    • hij/zij/het zal vrijpleiten
    • wij zullen vrijpleiten
    • jullie zullen vrijpleiten
    • zij zullen vrijpleiten
  • Toekomende tijd II

    • ik zal vrijgepleit hebben
    • jij zult vrijgepleit hebben
    • hij/zij/het zal vrijgepleit hebben
    • wij zullen vrijgepleit hebben
    • jullie zullen vrijgepleit hebben
    • zij zullen vrijgepleit hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou vrijpleiten
    • jij zou vrijpleiten
    • hij/zij/het zou vrijpleiten
    • wij zouden vrijpleiten
    • jullie zouden vrijpleiten
    • zij zouden vrijpleiten
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben vrijgepleit
    • jij zou hebben vrijgepleit
    • hij/zij/het zou hebben vrijgepleit
    • wij zouden hebben vrijgepleit
    • jullie zouden hebben vrijgepleit
    • zij zouden hebben vrijgepleit
  • Imperatief

    • jij pleit vrij
    • jullie pleit vrij