Vervoeging van wegsmelten

Onbepaalde wijs (infinitief): wegsmelten

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het smelt weg
    • zij smelten weg
  • Onvoltooid verleden tijd

    • hij/zij/het smolt weg
    • zij smolten weg
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • hij/zij/het is weggesmolten
    • zij zijn weggesmolten
  • Voltooid verleden tijd

    • hij/zij/het was weggesmolten
    • zij waren weggesmolten
  • Toekomende tijd I

    • hij/zij/het zal wegsmelten
    • zij zult wegsmelten
  • Toekomende tijd II

    • hij/zij/het zal weggesmolten zijn
    • zij zult weggesmolten zijn
  • Conditionalis I

    • hij/zij/het zal wegsmelten
    • zij zullen wegsmelten
  • Conditionalis II

    • hij/zij/het zal zijn weggesmolten
    • zij zullen zijn weggesmolten