Vervoeging van wieden

Er is helaas geen Italiaanse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik wied
    • jij wiedt
    • hij/zij/het wiedt
    • wij wieden
    • jullie wieden
    • zij wieden
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik wiedde
    • jij wiedde
    • hij/zij/het wiedde
    • wij wiedden
    • jullie wiedden
    • zij wiedden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb gewied
    • jij hebt gewied
    • hij/zij/het heeft gewied
    • wij hebben gewied
    • jullie hebben gewied
    • zij hebben gewied
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had gewied
    • jij had gewied
    • hij/zij/het had gewied
    • wij hadden gewied
    • jullie hadden gewied
    • zij hadden gewied
  • Toekomende tijd I

    • ik zal wieden
    • jij zult wieden
    • hij/zij/het zal wieden
    • wij zullen wieden
    • jullie zullen wieden
    • zij zullen wieden
  • Toekomende tijd II

    • ik zal gewied hebben
    • jij zult gewied hebben
    • hij/zij/het zal gewied hebben
    • wij zullen gewied hebben
    • jullie zullen gewied hebben
    • zij zullen gewied hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou wieden
    • jij zou wieden
    • hij/zij/het zou wieden
    • wij zouden wieden
    • jullie zouden wieden
    • zij zouden wieden
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben gewied
    • jij zou hebben gewied
    • hij/zij/het zou hebben gewied
    • wij zouden hebben gewied
    • jullie zouden hebben gewied
    • zij zouden hebben gewied
  • Imperatief

    • jij wied
    • jullie wiedt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van wieden