Vervoeging van zuiveren
Onbepaalde wijs (infinitief): zuiveren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik zuiver
- jij zuivert
- hij/zij/het zuivert
- wij zuiveren
- jullie zuiveren
- zij zuiveren
Onvoltooid verleden tijd
- ik zuiverde
- jij zuiverde
- hij/zij/het zuiverde
- wij zuiverden
- jullie zuiverden
- zij zuiverden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gezuiverd
- jij hebt gezuiverd
- hij/zij/het heeft gezuiverd
- wij hebben gezuiverd
- jullie hebben gezuiverd
- zij hebben gezuiverd
Voltooid verleden tijd
- ik had gezuiverd
- jij had gezuiverd
- hij/zij/het had gezuiverd
- wij hadden gezuiverd
- jullie hadden gezuiverd
- zij hadden gezuiverd
Toekomende tijd I
- ik zal zuiveren
- jij zult zuiveren
- hij/zij/het zal zuiveren
- wij zullen zuiveren
- jullie zullen zuiveren
- zij zullen zuiveren
Toekomende tijd II
- ik zal gezuiverd hebben
- jij zult gezuiverd hebben
- hij/zij/het zal gezuiverd hebben
- wij zullen gezuiverd hebben
- jullie zullen gezuiverd hebben
- zij zullen gezuiverd hebben
Conditionalis I
- ik zou zuiveren
- jij zou zuiveren
- hij/zij/het zou zuiveren
- wij zouden zuiveren
- jullie zouden zuiveren
- zij zouden zuiveren
Conditionalis II
- ik zou hebben gezuiverd
- jij zou hebben gezuiverd
- hij/zij/het zou hebben gezuiverd
- wij zouden hebben gezuiverd
- jullie zouden hebben gezuiverd
- zij zouden hebben gezuiverd
Imperatief
- jij zuiver
- jullie zuivert