Vervoeging van zwartmaken
Onbepaalde wijs (infinitief): zwartmaken
Nederlands
Engels
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik maak zwart
- jij maakt zwart
- hij/zij/het maakt zwart
- wij maken zwart
- jullie maken zwart
- zij maken zwart
Present
- I libel
- you libel
- he/she/it libels
- we libel
- you libel
- they libel
Onvoltooid verleden tijd
- ik maakte zwart
- jij maakte zwart
- hij/zij/het maakte zwart
- wij maakten zwart
- jullie maakten zwart
- zij maakten zwart
Simple past
- I libeled; libelled
- you libeled; libelled
- he/she/it libeled; libelled
- we libeled; libelled
- you libeled; libelled
- they libeled; libelled
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb zwartgemaakt
- jij hebt zwartgemaakt
- hij/zij/het heeft zwartgemaakt
- wij hebben zwartgemaakt
- jullie hebben zwartgemaakt
- zij hebben zwartgemaakt
Present perfect
- I have libeled; libelled
- you have libeled; libelled
- he/she/it has libeled; libelled
- we have libeled; libelled
- you have libeled; libelled
- they have libeled; libelled
Voltooid verleden tijd
- ik had zwartgemaakt
- jij had zwartgemaakt
- hij/zij/het had zwartgemaakt
- wij hadden zwartgemaakt
- jullie hadden zwartgemaakt
- zij hadden zwartgemaakt
Past perfect
- I had libeled; libelled
- you had libeled; libelled
- he/she/it had libeled; libelled
- we had libeled; libelled
- you had libeled; libelled
- they had libeled; libelled
Toekomende tijd I
- ik zal zwartmaken
- jij zult zwartmaken
- hij/zij/het zal zwartmaken
- wij zullen zwartmaken
- jullie zullen zwartmaken
- zij zullen zwartmaken
Future
- I will libel
- you will libel
- he/she/it will libel
- we will libel
- you will libel
- they will libel
Toekomende tijd II
- ik zal zwartgemaakt hebben
- jij zult zwartgemaakt hebben
- hij/zij/het zal zwartgemaakt hebben
- wij zullen zwartgemaakt hebben
- jullie zullen zwartgemaakt hebben
- zij zullen zwartgemaakt hebben
Future perfect
- I will have libeled; libelled
- you will have libeled; libelled
- he/she/it will have libeled; libelled
- we will have libeled; libelled
- you will have libeled; libelled
- they will have libeled; libelled
Conditionalis I
- ik zou zwartmaken
- jij zou zwartmaken
- hij/zij/het zou zwartmaken
- wij zouden zwartmaken
- jullie zouden zwartmaken
- zij zouden zwartmaken
Conditional present
- I would libel
- you would libel
- he/she/it would libel
- we would libel
- you would libel
- they would libel
Conditionalis II
- ik zou hebben zwartgemaakt
- jij zou hebben zwartgemaakt
- hij/zij/het zou hebben zwartgemaakt
- wij zouden hebben zwartgemaakt
- jullie zouden hebben zwartgemaakt
- zij zouden hebben zwartgemaakt
Conditional perfect
- I would have libeled; libelled
- you would have libeled; libelled
- he/she/it would have libeled; libelled
- we would have libeled; libelled
- you would have libeled; libelled
- they would have libeled; libelled
Imperatief
- jij maak zwart
- jullie maakt zwart
Imperative
- you libel
- you libel