Vervoeging van zwermen
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het zwermt
- zij zwermen
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het zwermde
- zij zwermden
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft gezwermd
- zij hebben gezwermd
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had gezwermd
- zij hadden gezwermd
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal zwermen
- zij zult zwermen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal gezwermd hebben
- zij zult gezwermd hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal zwermen
- zij zullen zwermen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben gezwermd
- zij zullen hebben gezwermd