Vervoeging van aanpalen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanpalen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het paalt aan
- zij palen aan
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het paalde aan
- zij paalden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft aangepaald
- zij hebben aangepaald
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had aangepaald
- zij hadden aangepaald
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal aanpalen
- zij zult aanpalen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal aangepaald hebben
- zij zult aangepaald hebben
Conditionalis I
- hij/zij/het zal aanpalen
- zij zullen aanpalen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben aangepaald
- zij zullen hebben aangepaald