Vervoeging van aanstormen
Onbepaalde wijs (infinitief): aanstormen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik storm aan
- jij stormt aan
- hij/zij/het stormt aan
- wij stormen aan
- jullie stormen aan
- zij stormen aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik stormde aan
- jij stormde aan
- hij/zij/het stormde aan
- wij stormden aan
- jullie stormden aan
- zij stormden aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben aangestormd
- jij bent aangestormd
- hij/zij/het is aangestormd
- wij zijn aangestormd
- jullie zijn aangestormd
- zij zijn aangestormd
Voltooid verleden tijd
- ik was aangestormd
- jij was aangestormd
- hij/zij/het was aangestormd
- wij waren aangestormd
- jullie waren aangestormd
- zij waren aangestormd
Toekomende tijd I
- ik zal aanstormen
- jij zult aanstormen
- hij/zij/het zal aanstormen
- wij zullen aanstormen
- jullie zullen aanstormen
- zij zullen aanstormen
Toekomende tijd II
- ik zal aangestormd zijn
- jij zult aangestormd zijn
- hij/zij/het zal aangestormd zijn
- wij zullen aangestormd zijn
- jullie zullen aangestormd zijn
- zij zullen aangestormd zijn
Conditionalis I
- ik zou aanstormen
- jij zou aanstormen
- hij/zij/het zou aanstormen
- wij zouden aanstormen
- jullie zouden aanstormen
- zij zouden aanstormen
Conditionalis II
- ik zou zijn aangestormd
- jij zou zijn aangestormd
- hij/zij/het zou zijn aangestormd
- wij zouden zijn aangestormd
- jullie zouden zijn aangestormd
- zij zouden zijn aangestormd