Vervoeging van aantippen
Onbepaalde wijs (infinitief): aantippen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik tip aan
- jij tipt aan
- hij/zij/het tipt aan
- wij tippen aan
- jullie tippen aan
- zij tippen aan
Onvoltooid verleden tijd
- ik tipte aan
- jij tipte aan
- hij/zij/het tipte aan
- wij tipten aan
- jullie tipten aan
- zij tipten aan
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb aangetipt
- jij hebt aangetipt
- hij/zij/het heeft aangetipt
- wij hebben aangetipt
- jullie hebben aangetipt
- zij hebben aangetipt
Voltooid verleden tijd
- ik had aangetipt
- jij had aangetipt
- hij/zij/het had aangetipt
- wij hadden aangetipt
- jullie hadden aangetipt
- zij hadden aangetipt
Toekomende tijd I
- ik zal aantippen
- jij zult aantippen
- hij/zij/het zal aantippen
- wij zullen aantippen
- jullie zullen aantippen
- zij zullen aantippen
Toekomende tijd II
- ik zal aangetipt hebben
- jij zult aangetipt hebben
- hij/zij/het zal aangetipt hebben
- wij zullen aangetipt hebben
- jullie zullen aangetipt hebben
- zij zullen aangetipt hebben
Conditionalis I
- ik zou aantippen
- jij zou aantippen
- hij/zij/het zou aantippen
- wij zouden aantippen
- jullie zouden aantippen
- zij zouden aantippen
Conditionalis II
- ik zou hebben aangetipt
- jij zou hebben aangetipt
- hij/zij/het zou hebben aangetipt
- wij zouden hebben aangetipt
- jullie zouden hebben aangetipt
- zij zouden hebben aangetipt
Imperatief
- jij tip aan
- jullie tipt aan