Vervoeging van afgronden
Onbepaalde wijs (infinitief): afgronden
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik grond af
- jij grondt af
- hij/zij/het grondt af
- wij gronden af
- jullie gronden af
- zij gronden af
Onvoltooid verleden tijd
- ik grondde af
- jij grondde af
- hij/zij/het grondde af
- wij grondden af
- jullie grondden af
- zij grondden af
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb afgegrond
- jij hebt afgegrond
- hij/zij/het heeft afgegrond
- wij hebben afgegrond
- jullie hebben afgegrond
- zij hebben afgegrond
Voltooid verleden tijd
- ik had afgegrond
- jij had afgegrond
- hij/zij/het had afgegrond
- wij hadden afgegrond
- jullie hadden afgegrond
- zij hadden afgegrond
Toekomende tijd I
- ik zal afgronden
- jij zult afgronden
- hij/zij/het zal afgronden
- wij zullen afgronden
- jullie zullen afgronden
- zij zullen afgronden
Toekomende tijd II
- ik zal afgegrond hebben
- jij zult afgegrond hebben
- hij/zij/het zal afgegrond hebben
- wij zullen afgegrond hebben
- jullie zullen afgegrond hebben
- zij zullen afgegrond hebben
Conditionalis I
- ik zou afgronden
- jij zou afgronden
- hij/zij/het zou afgronden
- wij zouden afgronden
- jullie zouden afgronden
- zij zouden afgronden
Conditionalis II
- ik zou hebben afgegrond
- jij zou hebben afgegrond
- hij/zij/het zou hebben afgegrond
- wij zouden hebben afgegrond
- jullie zouden hebben afgegrond
- zij zouden hebben afgegrond
Imperatief
- jij grond af
- jullie grondt af