Vervoeging van afsloffen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik slof af
    • jij sloft af
    • hij/zij/het sloft af
    • wij sloffen af
    • jullie sloffen af
    • zij sloffen af
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik slofte af
    • jij slofte af
    • hij/zij/het slofte af
    • wij sloften af
    • jullie sloften af
    • zij sloften af
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb afgesloft
    • jij hebt afgesloft
    • hij/zij/het heeft afgesloft
    • wij hebben afgesloft
    • jullie hebben afgesloft
    • zij hebben afgesloft
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had afgesloft
    • jij had afgesloft
    • hij/zij/het had afgesloft
    • wij hadden afgesloft
    • jullie hadden afgesloft
    • zij hadden afgesloft
  • Toekomende tijd I

    • ik zal afsloffen
    • jij zult afsloffen
    • hij/zij/het zal afsloffen
    • wij zullen afsloffen
    • jullie zullen afsloffen
    • zij zullen afsloffen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal afgesloft hebben
    • jij zult afgesloft hebben
    • hij/zij/het zal afgesloft hebben
    • wij zullen afgesloft hebben
    • jullie zullen afgesloft hebben
    • zij zullen afgesloft hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou afsloffen
    • jij zou afsloffen
    • hij/zij/het zou afsloffen
    • wij zouden afsloffen
    • jullie zouden afsloffen
    • zij zouden afsloffen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben afgesloft
    • jij zou hebben afgesloft
    • hij/zij/het zou hebben afgesloft
    • wij zouden hebben afgesloft
    • jullie zouden hebben afgesloft
    • zij zouden hebben afgesloft
  • Imperatief

    • jij slof af
    • jullie sloft af