Vervoeging van besodemieteren
Onbepaalde wijs (infinitief): besodemieteren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik besodemieter
- jij besodemietert
- hij/zij/het besodemietert
- wij besodemieteren
- jullie besodemieteren
- zij besodemieteren
Onvoltooid verleden tijd
- ik besodemieterde
- jij besodemieterde
- hij/zij/het besodemieterde
- wij besodemieterden
- jullie besodemieterden
- zij besodemieterden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb besodemieterd
- jij hebt besodemieterd
- hij/zij/het heeft besodemieterd
- wij hebben besodemieterd
- jullie hebben besodemieterd
- zij hebben besodemieterd
Voltooid verleden tijd
- ik had besodemieterd
- jij had besodemieterd
- hij/zij/het had besodemieterd
- wij hadden besodemieterd
- jullie hadden besodemieterd
- zij hadden besodemieterd
Toekomende tijd I
- ik zal besodemieteren
- jij zult besodemieteren
- hij/zij/het zal besodemieteren
- wij zullen besodemieteren
- jullie zullen besodemieteren
- zij zullen besodemieteren
Toekomende tijd II
- ik zal besodemieterd hebben
- jij zult besodemieterd hebben
- hij/zij/het zal besodemieterd hebben
- wij zullen besodemieterd hebben
- jullie zullen besodemieterd hebben
- zij zullen besodemieterd hebben
Conditionalis I
- ik zou besodemieteren
- jij zou besodemieteren
- hij/zij/het zou besodemieteren
- wij zouden besodemieteren
- jullie zouden besodemieteren
- zij zouden besodemieteren
Conditionalis II
- ik zou hebben besodemieterd
- jij zou hebben besodemieterd
- hij/zij/het zou hebben besodemieterd
- wij zouden hebben besodemieterd
- jullie zouden hebben besodemieterd
- zij zouden hebben besodemieterd
Imperatief
- jij besodemieter
- jullie besodemietert