Vervoeging van binnenspelen

Onbepaalde wijs (infinitief): binnenspelen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik speel binnen
    • jij speelt binnen
    • hij/zij/het speelt binnen
    • wij spelen binnen
    • jullie spelen binnen
    • zij spelen binnen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik speelde binnen
    • jij speelde binnen
    • hij/zij/het speelde binnen
    • wij speelden binnen
    • jullie speelden binnen
    • zij speelden binnen
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb binnengespeeld
    • jij hebt binnengespeeld
    • hij/zij/het heeft binnengespeeld
    • wij hebben binnengespeeld
    • jullie hebben binnengespeeld
    • zij hebben binnengespeeld
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had binnengespeeld
    • jij had binnengespeeld
    • hij/zij/het had binnengespeeld
    • wij hadden binnengespeeld
    • jullie hadden binnengespeeld
    • zij hadden binnengespeeld
  • Toekomende tijd I

    • ik zal binnenspelen
    • jij zult binnenspelen
    • hij/zij/het zal binnenspelen
    • wij zullen binnenspelen
    • jullie zullen binnenspelen
    • zij zullen binnenspelen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal binnengespeeld hebben
    • jij zult binnengespeeld hebben
    • hij/zij/het zal binnengespeeld hebben
    • wij zullen binnengespeeld hebben
    • jullie zullen binnengespeeld hebben
    • zij zullen binnengespeeld hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou binnenspelen
    • jij zou binnenspelen
    • hij/zij/het zou binnenspelen
    • wij zouden binnenspelen
    • jullie zouden binnenspelen
    • zij zouden binnenspelen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben binnengespeeld
    • jij zou hebben binnengespeeld
    • hij/zij/het zou hebben binnengespeeld
    • wij zouden hebben binnengespeeld
    • jullie zouden hebben binnengespeeld
    • zij zouden hebben binnengespeeld
  • Imperatief

    • jij speel binnen
    • jullie speelt binnen

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van binnenspelen