Vervoeging van dagdieven
Onbepaalde wijs (infinitief): dagdieven
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik dagdief
- jij dagdieft
- hij/zij/het dagdieft
- wij dagdieven
- jullie dagdieven
- zij dagdieven
Onvoltooid verleden tijd
- ik dagdiefde
- jij dagdiefde
- hij/zij/het dagdiefde
- wij dagdiefden
- jullie dagdiefden
- zij dagdiefden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedagdiefd
- jij hebt gedagdiefd
- hij/zij/het heeft gedagdiefd
- wij hebben gedagdiefd
- jullie hebben gedagdiefd
- zij hebben gedagdiefd
Voltooid verleden tijd
- ik had gedagdiefd
- jij had gedagdiefd
- hij/zij/het had gedagdiefd
- wij hadden gedagdiefd
- jullie hadden gedagdiefd
- zij hadden gedagdiefd
Toekomende tijd I
- ik zal dagdieven
- jij zult dagdieven
- hij/zij/het zal dagdieven
- wij zullen dagdieven
- jullie zullen dagdieven
- zij zullen dagdieven
Toekomende tijd II
- ik zal gedagdiefd hebben
- jij zult gedagdiefd hebben
- hij/zij/het zal gedagdiefd hebben
- wij zullen gedagdiefd hebben
- jullie zullen gedagdiefd hebben
- zij zullen gedagdiefd hebben
Conditionalis I
- ik zou dagdieven
- jij zou dagdieven
- hij/zij/het zou dagdieven
- wij zouden dagdieven
- jullie zouden dagdieven
- zij zouden dagdieven
Conditionalis II
- ik zou hebben gedagdiefd
- jij zou hebben gedagdiefd
- hij/zij/het zou hebben gedagdiefd
- wij zouden hebben gedagdiefd
- jullie zouden hebben gedagdiefd
- zij zouden hebben gedagdiefd
Imperatief
- jij dagdief
- jullie dagdieft