Vervoeging van dealen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik deal
- jij dealt
- hij/zij/het dealt
- wij dealen
- jullie dealen
- zij dealen
Onvoltooid verleden tijd
- ik dealde
- jij dealde
- hij/zij/het dealde
- wij dealden
- jullie dealden
- zij dealden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gedeald
- jij hebt gedeald
- hij/zij/het heeft gedeald
- wij hebben gedeald
- jullie hebben gedeald
- zij hebben gedeald
Voltooid verleden tijd
- ik had gedeald
- jij had gedeald
- hij/zij/het had gedeald
- wij hadden gedeald
- jullie hadden gedeald
- zij hadden gedeald
Toekomende tijd I
- ik zal dealen
- jij zult dealen
- hij/zij/het zal dealen
- wij zullen dealen
- jullie zullen dealen
- zij zullen dealen
Toekomende tijd II
- ik zal gedeald hebben
- jij zult gedeald hebben
- hij/zij/het zal gedeald hebben
- wij zullen gedeald hebben
- jullie zullen gedeald hebben
- zij zullen gedeald hebben
Conditionalis I
- ik zou dealen
- jij zou dealen
- hij/zij/het zou dealen
- wij zouden dealen
- jullie zouden dealen
- zij zouden dealen
Conditionalis II
- ik zou hebben gedeald
- jij zou hebben gedeald
- hij/zij/het zou hebben gedeald
- wij zouden hebben gedeald
- jullie zouden hebben gedeald
- zij zouden hebben gedeald
Imperatief
- jij deal
- jullie dealt