Vervoeging van ensceneren
Onbepaalde wijs (infinitief): ensceneren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik ensceneer
- jij ensceneert
- hij/zij/het ensceneert
- wij ensceneren
- jullie ensceneren
- zij ensceneren
Onvoltooid verleden tijd
- ik ensceneerde
- jij ensceneerde
- hij/zij/het ensceneerde
- wij ensceneerden
- jullie ensceneerden
- zij ensceneerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geënsceneerd
- jij hebt geënsceneerd
- hij/zij/het heeft geënsceneerd
- wij hebben geënsceneerd
- jullie hebben geënsceneerd
- zij hebben geënsceneerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geënsceneerd
- jij had geënsceneerd
- hij/zij/het had geënsceneerd
- wij hadden geënsceneerd
- jullie hadden geënsceneerd
- zij hadden geënsceneerd
Toekomende tijd I
- ik zal ensceneren
- jij zult ensceneren
- hij/zij/het zal ensceneren
- wij zullen ensceneren
- jullie zullen ensceneren
- zij zullen ensceneren
Toekomende tijd II
- ik zal geënsceneerd hebben
- jij zult geënsceneerd hebben
- hij/zij/het zal geënsceneerd hebben
- wij zullen geënsceneerd hebben
- jullie zullen geënsceneerd hebben
- zij zullen geënsceneerd hebben
Conditionalis I
- ik zou ensceneren
- jij zou ensceneren
- hij/zij/het zou ensceneren
- wij zouden ensceneren
- jullie zouden ensceneren
- zij zouden ensceneren
Conditionalis II
- ik zou hebben geënsceneerd
- jij zou hebben geënsceneerd
- hij/zij/het zou hebben geënsceneerd
- wij zouden hebben geënsceneerd
- jullie zouden hebben geënsceneerd
- zij zouden hebben geënsceneerd
Imperatief
- jij ensceneer
- jullie ensceneert