Vervoeging van hergebruiken
Onbepaalde wijs (infinitief): hergebruiken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik hergebruik
- jij hergebruikt
- hij/zij/het hergebruikt
- wij hergebruiken
- jullie hergebruiken
- zij hergebruiken
Onvoltooid verleden tijd
- ik hergebruikte
- jij hergebruikte
- hij/zij/het hergebruikte
- wij hergebruikten
- jullie hergebruikten
- zij hergebruikten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gehergebruikt
- jij hebt gehergebruikt
- hij/zij/het heeft gehergebruikt
- wij hebben gehergebruikt
- jullie hebben gehergebruikt
- zij hebben gehergebruikt
Voltooid verleden tijd
- ik had gehergebruikt
- jij had gehergebruikt
- hij/zij/het had gehergebruikt
- wij hadden gehergebruikt
- jullie hadden gehergebruikt
- zij hadden gehergebruikt
Toekomende tijd I
- ik zal hergebruiken
- jij zult hergebruiken
- hij/zij/het zal hergebruiken
- wij zullen hergebruiken
- jullie zullen hergebruiken
- zij zullen hergebruiken
Toekomende tijd II
- ik zal gehergebruikt hebben
- jij zult gehergebruikt hebben
- hij/zij/het zal gehergebruikt hebben
- wij zullen gehergebruikt hebben
- jullie zullen gehergebruikt hebben
- zij zullen gehergebruikt hebben
Conditionalis I
- ik zou hergebruiken
- jij zou hergebruiken
- hij/zij/het zou hergebruiken
- wij zouden hergebruiken
- jullie zouden hergebruiken
- zij zouden hergebruiken
Conditionalis II
- ik zou hebben gehergebruikt
- jij zou hebben gehergebruikt
- hij/zij/het zou hebben gehergebruikt
- wij zouden hebben gehergebruikt
- jullie zouden hebben gehergebruikt
- zij zouden hebben gehergebruikt
Imperatief
- jij hergebruik
- jullie hergebruikt