Vervoeging van intekenen
Onbepaalde wijs (infinitief): intekenen
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik teken in
- jij tekent in
- hij/zij/het tekent in
- wij tekenen in
- jullie tekenen in
- zij tekenen in
Präsens Indikativ
- ich abonniere
- du abonnierst
- er/sie/es abonniert
- wir abonnieren
- ihr abonniert
- sie abonnieren
Onvoltooid verleden tijd
- ik tekende in
- jij tekende in
- hij/zij/het tekende in
- wij tekenden in
- jullie tekenden in
- zij tekenden in
Präteritum Indikativ
- ich abonnierte
- du abonniertest
- er/sie/es abonnierte
- wir abonnierten
- ihr abonniertet
- sie abonnierten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingetekend
- jij hebt ingetekend
- hij/zij/het heeft ingetekend
- wij hebben ingetekend
- jullie hebben ingetekend
- zij hebben ingetekend
Perfekt Indikativ
- ich habe abonniert
- du hast abonniert
- er/sie/es hat abonniert
- wir haben abonniert
- ihr habt abonniert
- sie haben abonniert
Voltooid verleden tijd
- ik had ingetekend
- jij had ingetekend
- hij/zij/het had ingetekend
- wij hadden ingetekend
- jullie hadden ingetekend
- zij hadden ingetekend
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte abonniert
- du hattest abonniert
- er/sie/es hatte abonniert
- wir hatten abonniert
- ihr hattet abonniert
- sie hatten abonniert
Toekomende tijd I
- ik zal intekenen
- jij zult intekenen
- hij/zij/het zal intekenen
- wij zullen intekenen
- jullie zullen intekenen
- zij zullen intekenen
Futur I Indikativ
- ich werde abonnieren
- du wirst abonnieren
- er/sie/es wird abonnieren
- wir werden abonnieren
- ihr werdet abonnieren
- sie werden abonnieren
Toekomende tijd II
- ik zal ingetekend hebben
- jij zult ingetekend hebben
- hij/zij/het zal ingetekend hebben
- wij zullen ingetekend hebben
- jullie zullen ingetekend hebben
- zij zullen ingetekend hebben
Futur II Indikativ
- ich werde abonniert haben
- du wirst abonniert haben
- er/sie/es wird abonniert haben
- wir werden abonniert haben
- ihr werdet abonniert haben
- sie werden abonniert haben
Conditionalis I
- ik zou intekenen
- jij zou intekenen
- hij/zij/het zou intekenen
- wij zouden intekenen
- jullie zouden intekenen
- zij zouden intekenen
Futur I Konjunktiv II
- ich würde abonnieren
- du würdest abonnieren
- er/sie/es würde abonnieren
- wir würden abonnieren
- ihr würdet abonnieren
- sie würden abonnieren
Conditionalis II
- ik zou hebben ingetekend
- jij zou hebben ingetekend
- hij/zij/het zou hebben ingetekend
- wij zouden hebben ingetekend
- jullie zouden hebben ingetekend
- zij zouden hebben ingetekend
Futur II Konjunktiv II
- ich würde abonniert haben
- du würdest abonniert haben
- er/sie/es würde abonniert haben
- wir würden abonniert haben
- ihr würdet abonniert haben
- sie würden abonniert haben
Imperatief
- jij teken in
- jullie tekent in
Imperativ
- du abonniere
- ihr abonniert