Vervoeging van inwachten
Onbepaalde wijs (infinitief): inwachten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik wacht in
- jij wacht in
- hij/zij/het wacht in
- wij wachten in
- jullie wachten in
- zij wachten in
Onvoltooid verleden tijd
- ik wachtte in
- jij wachtte in
- hij/zij/het wachtte in
- wij wachtten in
- jullie wachtten in
- zij wachtten in
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb ingewacht
- jij hebt ingewacht
- hij/zij/het heeft ingewacht
- wij hebben ingewacht
- jullie hebben ingewacht
- zij hebben ingewacht
Voltooid verleden tijd
- ik had ingewacht
- jij had ingewacht
- hij/zij/het had ingewacht
- wij hadden ingewacht
- jullie hadden ingewacht
- zij hadden ingewacht
Toekomende tijd I
- ik zal inwachten
- jij zult inwachten
- hij/zij/het zal inwachten
- wij zullen inwachten
- jullie zullen inwachten
- zij zullen inwachten
Toekomende tijd II
- ik zal ingewacht hebben
- jij zult ingewacht hebben
- hij/zij/het zal ingewacht hebben
- wij zullen ingewacht hebben
- jullie zullen ingewacht hebben
- zij zullen ingewacht hebben
Conditionalis I
- ik zou inwachten
- jij zou inwachten
- hij/zij/het zou inwachten
- wij zouden inwachten
- jullie zouden inwachten
- zij zouden inwachten
Conditionalis II
- ik zou hebben ingewacht
- jij zou hebben ingewacht
- hij/zij/het zou hebben ingewacht
- wij zouden hebben ingewacht
- jullie zouden hebben ingewacht
- zij zouden hebben ingewacht
Imperatief
- jij wacht in
- jullie wacht in