Vervoeging van klussen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik klus
- jij klust
- hij/zij/het klust
- wij klussen
- jullie klussen
- zij klussen
Onvoltooid verleden tijd
- ik kluste
- jij kluste
- hij/zij/het kluste
- wij klusten
- jullie klusten
- zij klusten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geklust
- jij hebt geklust
- hij/zij/het heeft geklust
- wij hebben geklust
- jullie hebben geklust
- zij hebben geklust
Voltooid verleden tijd
- ik had geklust
- jij had geklust
- hij/zij/het had geklust
- wij hadden geklust
- jullie hadden geklust
- zij hadden geklust
Toekomende tijd I
- ik zal klussen
- jij zult klussen
- hij/zij/het zal klussen
- wij zullen klussen
- jullie zullen klussen
- zij zullen klussen
Toekomende tijd II
- ik zal geklust hebben
- jij zult geklust hebben
- hij/zij/het zal geklust hebben
- wij zullen geklust hebben
- jullie zullen geklust hebben
- zij zullen geklust hebben
Conditionalis I
- ik zou klussen
- jij zou klussen
- hij/zij/het zou klussen
- wij zouden klussen
- jullie zouden klussen
- zij zouden klussen
Conditionalis II
- ik zou hebben geklust
- jij zou hebben geklust
- hij/zij/het zou hebben geklust
- wij zouden hebben geklust
- jullie zouden hebben geklust
- zij zouden hebben geklust
Imperatief
- jij klus
- jullie klust