Vervoeging van knikken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik knik
- jij knikt
- hij/zij/het knikt
- wij knikken
- jullie knikken
- zij knikken
Onvoltooid verleden tijd
- ik knikte
- jij knikte
- hij/zij/het knikte
- wij knikten
- jullie knikten
- zij knikten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geknikt
- jij hebt geknikt
- hij/zij/het heeft geknikt
- wij hebben geknikt
- jullie hebben geknikt
- zij hebben geknikt
Voltooid verleden tijd
- ik had geknikt
- jij had geknikt
- hij/zij/het had geknikt
- wij hadden geknikt
- jullie hadden geknikt
- zij hadden geknikt
Toekomende tijd I
- ik zal knikken
- jij zult knikken
- hij/zij/het zal knikken
- wij zullen knikken
- jullie zullen knikken
- zij zullen knikken
Toekomende tijd II
- ik zal geknikt hebben
- jij zult geknikt hebben
- hij/zij/het zal geknikt hebben
- wij zullen geknikt hebben
- jullie zullen geknikt hebben
- zij zullen geknikt hebben
Conditionalis I
- ik zou knikken
- jij zou knikken
- hij/zij/het zou knikken
- wij zouden knikken
- jullie zouden knikken
- zij zouden knikken
Conditionalis II
- ik zou hebben geknikt
- jij zou hebben geknikt
- hij/zij/het zou hebben geknikt
- wij zouden hebben geknikt
- jullie zouden hebben geknikt
- zij zouden hebben geknikt
Imperatief
- jij knik
- jullie knikt