Vervoeging van kwaaddoen
Onbepaalde wijs (infinitief): kwaaddoen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik doe kwaad
- jij doet kwaad
- hij/zij/het doet kwaad
- wij doen kwaad
- jullie doen kwaad
- zij doen kwaad
Onvoltooid verleden tijd
- ik deed kwaad
- jij deed kwaad
- hij/zij/het deed kwaad
- wij deden kwaad
- jullie deden kwaad
- zij deden kwaad
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb kwaadgedaan
- jij hebt kwaadgedaan
- hij/zij/het heeft kwaadgedaan
- wij hebben kwaadgedaan
- jullie hebben kwaadgedaan
- zij hebben kwaadgedaan
Voltooid verleden tijd
- ik had kwaadgedaan
- jij had kwaadgedaan
- hij/zij/het had kwaadgedaan
- wij hadden kwaadgedaan
- jullie hadden kwaadgedaan
- zij hadden kwaadgedaan
Toekomende tijd I
- ik zal kwaaddoen
- jij zult kwaaddoen
- hij/zij/het zal kwaaddoen
- wij zullen kwaaddoen
- jullie zullen kwaaddoen
- zij zullen kwaaddoen
Toekomende tijd II
- ik zal kwaadgedaan hebben
- jij zult kwaadgedaan hebben
- hij/zij/het zal kwaadgedaan hebben
- wij zullen kwaadgedaan hebben
- jullie zullen kwaadgedaan hebben
- zij zullen kwaadgedaan hebben
Conditionalis I
- ik zou kwaaddoen
- jij zou kwaaddoen
- hij/zij/het zou kwaaddoen
- wij zouden kwaaddoen
- jullie zouden kwaaddoen
- zij zouden kwaaddoen
Conditionalis II
- ik zou hebben kwaadgedaan
- jij zou hebben kwaadgedaan
- hij/zij/het zou hebben kwaadgedaan
- wij zouden hebben kwaadgedaan
- jullie zouden hebben kwaadgedaan
- zij zouden hebben kwaadgedaan
Imperatief
- jij doe kwaad
- jullie doet kwaad