Vervoeging van meebepalen
Onbepaalde wijs (infinitief): meebepalen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bepaal mee
- jij bepaalt mee
- hij/zij/het bepaalt mee
- wij bepalen mee
- jullie bepalen mee
- zij bepalen mee
Onvoltooid verleden tijd
- ik bepaalde mee
- jij bepaalde mee
- hij/zij/het bepaalde mee
- wij bepaalden mee
- jullie bepaalden mee
- zij bepaalden mee
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb meegebepaald
- jij hebt meegebepaald
- hij/zij/het heeft meegebepaald
- wij hebben meegebepaald
- jullie hebben meegebepaald
- zij hebben meegebepaald
Voltooid verleden tijd
- ik had meegebepaald
- jij had meegebepaald
- hij/zij/het had meegebepaald
- wij hadden meegebepaald
- jullie hadden meegebepaald
- zij hadden meegebepaald
Toekomende tijd I
- ik zal meebepalen
- jij zult meebepalen
- hij/zij/het zal meebepalen
- wij zullen meebepalen
- jullie zullen meebepalen
- zij zullen meebepalen
Toekomende tijd II
- ik zal meegebepaald hebben
- jij zult meegebepaald hebben
- hij/zij/het zal meegebepaald hebben
- wij zullen meegebepaald hebben
- jullie zullen meegebepaald hebben
- zij zullen meegebepaald hebben
Conditionalis I
- ik zou meebepalen
- jij zou meebepalen
- hij/zij/het zou meebepalen
- wij zouden meebepalen
- jullie zouden meebepalen
- zij zouden meebepalen
Conditionalis II
- ik zou hebben meegebepaald
- jij zou hebben meegebepaald
- hij/zij/het zou hebben meegebepaald
- wij zouden hebben meegebepaald
- jullie zouden hebben meegebepaald
- zij zouden hebben meegebepaald
Imperatief
- jij bepaal mee
- jullie bepaalt mee