Vervoeging van meebetalen
Onbepaalde wijs (infinitief): meebetalen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik betaal mee
- jij betaalt mee
- hij/zij/het betaalt mee
- wij betalen mee
- jullie betalen mee
- zij betalen mee
Onvoltooid verleden tijd
- ik betaalde mee
- jij betaalde mee
- hij/zij/het betaalde mee
- wij betaalden mee
- jullie betaalden mee
- zij betaalden mee
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb meegebetaald
- jij hebt meegebetaald
- hij/zij/het heeft meegebetaald
- wij hebben meegebetaald
- jullie hebben meegebetaald
- zij hebben meegebetaald
Voltooid verleden tijd
- ik had meegebetaald
- jij had meegebetaald
- hij/zij/het had meegebetaald
- wij hadden meegebetaald
- jullie hadden meegebetaald
- zij hadden meegebetaald
Toekomende tijd I
- ik zal meebetalen
- jij zult meebetalen
- hij/zij/het zal meebetalen
- wij zullen meebetalen
- jullie zullen meebetalen
- zij zullen meebetalen
Toekomende tijd II
- ik zal meegebetaald hebben
- jij zult meegebetaald hebben
- hij/zij/het zal meegebetaald hebben
- wij zullen meegebetaald hebben
- jullie zullen meegebetaald hebben
- zij zullen meegebetaald hebben
Conditionalis I
- ik zou meebetalen
- jij zou meebetalen
- hij/zij/het zou meebetalen
- wij zouden meebetalen
- jullie zouden meebetalen
- zij zouden meebetalen
Conditionalis II
- ik zou hebben meegebetaald
- jij zou hebben meegebetaald
- hij/zij/het zou hebben meegebetaald
- wij zouden hebben meegebetaald
- jullie zouden hebben meegebetaald
- zij zouden hebben meegebetaald
Imperatief
- jij betaal mee
- jullie betaalt mee