Vervoeging van middelen
Onbepaalde wijs (infinitief): middelen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik middel
- jij middelt
- hij/zij/het middelt
- wij middelen
- jullie middelen
- zij middelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik middelde
- jij middelde
- hij/zij/het middelde
- wij middelden
- jullie middelden
- zij middelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gemiddeld
- jij hebt gemiddeld
- hij/zij/het heeft gemiddeld
- wij hebben gemiddeld
- jullie hebben gemiddeld
- zij hebben gemiddeld
Voltooid verleden tijd
- ik had gemiddeld
- jij had gemiddeld
- hij/zij/het had gemiddeld
- wij hadden gemiddeld
- jullie hadden gemiddeld
- zij hadden gemiddeld
Toekomende tijd I
- ik zal middelen
- jij zult middelen
- hij/zij/het zal middelen
- wij zullen middelen
- jullie zullen middelen
- zij zullen middelen
Toekomende tijd II
- ik zal gemiddeld hebben
- jij zult gemiddeld hebben
- hij/zij/het zal gemiddeld hebben
- wij zullen gemiddeld hebben
- jullie zullen gemiddeld hebben
- zij zullen gemiddeld hebben
Conditionalis I
- ik zou middelen
- jij zou middelen
- hij/zij/het zou middelen
- wij zouden middelen
- jullie zouden middelen
- zij zouden middelen
Conditionalis II
- ik zou hebben gemiddeld
- jij zou hebben gemiddeld
- hij/zij/het zou hebben gemiddeld
- wij zouden hebben gemiddeld
- jullie zouden hebben gemiddeld
- zij zouden hebben gemiddeld
Imperatief
- jij middel
- jullie middelt