Vervoeging van nastromen
Onbepaalde wijs (infinitief): nastromen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stroom na
- jij stroomt na
- hij/zij/het stroomt na
- wij stromen na
- jullie stromen na
- zij stromen na
Onvoltooid verleden tijd
- ik stroomde na
- jij stroomde na
- hij/zij/het stroomde na
- wij stroomden na
- jullie stroomden na
- zij stroomden na
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb nagestroomd
- jij hebt nagestroomd
- hij/zij/het heeft nagestroomd
- wij hebben nagestroomd
- jullie hebben nagestroomd
- zij hebben nagestroomd
Voltooid verleden tijd
- ik had nagestroomd
- jij had nagestroomd
- hij/zij/het had nagestroomd
- wij hadden nagestroomd
- jullie hadden nagestroomd
- zij hadden nagestroomd
Toekomende tijd I
- ik zal nastromen
- jij zult nastromen
- hij/zij/het zal nastromen
- wij zullen nastromen
- jullie zullen nastromen
- zij zullen nastromen
Toekomende tijd II
- ik zal nagestroomd hebben
- jij zult nagestroomd hebben
- hij/zij/het zal nagestroomd hebben
- wij zullen nagestroomd hebben
- jullie zullen nagestroomd hebben
- zij zullen nagestroomd hebben
Conditionalis I
- ik zou nastromen
- jij zou nastromen
- hij/zij/het zou nastromen
- wij zouden nastromen
- jullie zouden nastromen
- zij zouden nastromen
Conditionalis II
- ik zou hebben nagestroomd
- jij zou hebben nagestroomd
- hij/zij/het zou hebben nagestroomd
- wij zouden hebben nagestroomd
- jullie zouden hebben nagestroomd
- zij zouden hebben nagestroomd
Imperatief
- jij stroom na
- jullie stroomt na