Vervoeging van nazwaaien

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik zwaai na
    • jij zwaait na
    • hij/zij/het zwaait na
    • wij zwaaien na
    • jullie zwaaien na
    • zij zwaaien na
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik zwaaide na
    • jij zwaaide na
    • hij/zij/het zwaaide na
    • wij zwaaiden na
    • jullie zwaaiden na
    • zij zwaaiden na
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb nagezwaaid
    • jij hebt nagezwaaid
    • hij/zij/het heeft nagezwaaid
    • wij hebben nagezwaaid
    • jullie hebben nagezwaaid
    • zij hebben nagezwaaid
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had nagezwaaid
    • jij had nagezwaaid
    • hij/zij/het had nagezwaaid
    • wij hadden nagezwaaid
    • jullie hadden nagezwaaid
    • zij hadden nagezwaaid
  • Toekomende tijd I

    • ik zal nazwaaien
    • jij zult nazwaaien
    • hij/zij/het zal nazwaaien
    • wij zullen nazwaaien
    • jullie zullen nazwaaien
    • zij zullen nazwaaien
  • Toekomende tijd II

    • ik zal nagezwaaid hebben
    • jij zult nagezwaaid hebben
    • hij/zij/het zal nagezwaaid hebben
    • wij zullen nagezwaaid hebben
    • jullie zullen nagezwaaid hebben
    • zij zullen nagezwaaid hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou nazwaaien
    • jij zou nazwaaien
    • hij/zij/het zou nazwaaien
    • wij zouden nazwaaien
    • jullie zouden nazwaaien
    • zij zouden nazwaaien
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben nagezwaaid
    • jij zou hebben nagezwaaid
    • hij/zij/het zou hebben nagezwaaid
    • wij zouden hebben nagezwaaid
    • jullie zouden hebben nagezwaaid
    • zij zouden hebben nagezwaaid
  • Imperatief

    • jij zwaai na
    • jullie zwaait na