Vervoeging van netten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik net
- jij net
- hij/zij/het net
- wij netten
- jullie netten
- zij netten
Onvoltooid verleden tijd
- ik nette
- jij nette
- hij/zij/het nette
- wij netten
- jullie netten
- zij netten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb genet
- jij hebt genet
- hij/zij/het heeft genet
- wij hebben genet
- jullie hebben genet
- zij hebben genet
Voltooid verleden tijd
- ik had genet
- jij had genet
- hij/zij/het had genet
- wij hadden genet
- jullie hadden genet
- zij hadden genet
Toekomende tijd I
- ik zal netten
- jij zult netten
- hij/zij/het zal netten
- wij zullen netten
- jullie zullen netten
- zij zullen netten
Toekomende tijd II
- ik zal genet hebben
- jij zult genet hebben
- hij/zij/het zal genet hebben
- wij zullen genet hebben
- jullie zullen genet hebben
- zij zullen genet hebben
Conditionalis I
- ik zou netten
- jij zou netten
- hij/zij/het zou netten
- wij zouden netten
- jullie zouden netten
- zij zouden netten
Conditionalis II
- ik zou hebben genet
- jij zou hebben genet
- hij/zij/het zou hebben genet
- wij zouden hebben genet
- jullie zouden hebben genet
- zij zouden hebben genet
Imperatief
- jij net
- jullie net