Vervoeging van omklinken
Onbepaalde wijs (infinitief): omklinken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik klink om
- jij klinkt om
- hij/zij/het klinkt om
- wij klinken om
- jullie klinken om
- zij klinken om
Onvoltooid verleden tijd
- ik klonk om
- jij klonk om
- hij/zij/het klonk om
- wij klonken om
- jullie klonken om
- zij klonken om
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb omgeklonken
- jij hebt omgeklonken
- hij/zij/het heeft omgeklonken
- wij hebben omgeklonken
- jullie hebben omgeklonken
- zij hebben omgeklonken
Voltooid verleden tijd
- ik had omgeklonken
- jij had omgeklonken
- hij/zij/het had omgeklonken
- wij hadden omgeklonken
- jullie hadden omgeklonken
- zij hadden omgeklonken
Toekomende tijd I
- ik zal omklinken
- jij zult omklinken
- hij/zij/het zal omklinken
- wij zullen omklinken
- jullie zullen omklinken
- zij zullen omklinken
Toekomende tijd II
- ik zal omgeklonken hebben
- jij zult omgeklonken hebben
- hij/zij/het zal omgeklonken hebben
- wij zullen omgeklonken hebben
- jullie zullen omgeklonken hebben
- zij zullen omgeklonken hebben
Conditionalis I
- ik zou omklinken
- jij zou omklinken
- hij/zij/het zou omklinken
- wij zouden omklinken
- jullie zouden omklinken
- zij zouden omklinken
Conditionalis II
- ik zou hebben omgeklonken
- jij zou hebben omgeklonken
- hij/zij/het zou hebben omgeklonken
- wij zouden hebben omgeklonken
- jullie zouden hebben omgeklonken
- zij zouden hebben omgeklonken
Imperatief
- jij klink om
- jullie klinkt om