Vervoeging van openduwen
Onbepaalde wijs (infinitief): openduwen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik duw open
- jij duwt open
- hij/zij/het duwt open
- wij duwen open
- jullie duwen open
- zij duwen open
Onvoltooid verleden tijd
- ik duwde open
- jij duwde open
- hij/zij/het duwde open
- wij duwden open
- jullie duwden open
- zij duwden open
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb opengeduwd
- jij hebt opengeduwd
- hij/zij/het heeft opengeduwd
- wij hebben opengeduwd
- jullie hebben opengeduwd
- zij hebben opengeduwd
Voltooid verleden tijd
- ik had opengeduwd
- jij had opengeduwd
- hij/zij/het had opengeduwd
- wij hadden opengeduwd
- jullie hadden opengeduwd
- zij hadden opengeduwd
Toekomende tijd I
- ik zal openduwen
- jij zult openduwen
- hij/zij/het zal openduwen
- wij zullen openduwen
- jullie zullen openduwen
- zij zullen openduwen
Toekomende tijd II
- ik zal opengeduwd hebben
- jij zult opengeduwd hebben
- hij/zij/het zal opengeduwd hebben
- wij zullen opengeduwd hebben
- jullie zullen opengeduwd hebben
- zij zullen opengeduwd hebben
Conditionalis I
- ik zou openduwen
- jij zou openduwen
- hij/zij/het zou openduwen
- wij zouden openduwen
- jullie zouden openduwen
- zij zouden openduwen
Conditionalis II
- ik zou hebben opengeduwd
- jij zou hebben opengeduwd
- hij/zij/het zou hebben opengeduwd
- wij zouden hebben opengeduwd
- jullie zouden hebben opengeduwd
- zij zouden hebben opengeduwd
Imperatief
- jij duw open
- jullie duwt open