Vervoeging van overbakken
Onbepaalde wijs (infinitief): overbakken
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bak over
- jij bakt over
- hij/zij/het bakt over
- wij bakken over
- jullie bakken over
- zij bakken over
Präsens Indikativ
- ich mod(e)le um
- du modelst um
- er/sie/es modelt um
- wir modeln um
- ihr modelt um
- sie modeln um
Onvoltooid verleden tijd
- ik bakte over
- jij bakte over
- hij/zij/het bakte over
- wij bakten over
- jullie bakten over
- zij bakten over
Präteritum Indikativ
- ich modelte um
- du modeltest um
- er/sie/es modelte um
- wir modelten um
- ihr modeltet um
- sie modelten um
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overgebakken
- jij hebt overgebakken
- hij/zij/het heeft overgebakken
- wij hebben overgebakken
- jullie hebben overgebakken
- zij hebben overgebakken
Perfekt Indikativ
- ich habe umgemodelt
- du hast umgemodelt
- er/sie/es hat umgemodelt
- wir haben umgemodelt
- ihr habt umgemodelt
- sie haben umgemodelt
Voltooid verleden tijd
- ik had overgebakken
- jij had overgebakken
- hij/zij/het had overgebakken
- wij hadden overgebakken
- jullie hadden overgebakken
- zij hadden overgebakken
Plusquamperfekt Indikativ
- ich hatte umgemodelt
- du hattest umgemodelt
- er/sie/es hatte umgemodelt
- wir hatten umgemodelt
- ihr hattet umgemodelt
- sie hatten umgemodelt
Toekomende tijd I
- ik zal overbakken
- jij zult overbakken
- hij/zij/het zal overbakken
- wij zullen overbakken
- jullie zullen overbakken
- zij zullen overbakken
Futur I Indikativ
- ich werde ummodeln
- du wirst ummodeln
- er/sie/es wird ummodeln
- wir werden ummodeln
- ihr werdet ummodeln
- sie werden ummodeln
Toekomende tijd II
- ik zal overgebakken hebben
- jij zult overgebakken hebben
- hij/zij/het zal overgebakken hebben
- wij zullen overgebakken hebben
- jullie zullen overgebakken hebben
- zij zullen overgebakken hebben
Futur II Indikativ
- ich werde umgemodelt haben
- du wirst umgemodelt haben
- er/sie/es wird umgemodelt haben
- wir werden umgemodelt haben
- ihr werdet umgemodelt haben
- sie werden umgemodelt haben
Conditionalis I
- ik zou overbakken
- jij zou overbakken
- hij/zij/het zou overbakken
- wij zouden overbakken
- jullie zouden overbakken
- zij zouden overbakken
Futur I Konjunktiv II
- ich würde ummodeln
- du würdest ummodeln
- er/sie/es würde ummodeln
- wir würden ummodeln
- ihr würdet ummodeln
- sie würden ummodeln
Conditionalis II
- ik zou hebben overgebakken
- jij zou hebben overgebakken
- hij/zij/het zou hebben overgebakken
- wij zouden hebben overgebakken
- jullie zouden hebben overgebakken
- zij zouden hebben overgebakken
Futur II Konjunktiv II
- ich würde umgemodelt haben
- du würdest umgemodelt haben
- er/sie/es würde umgemodelt haben
- wir würden umgemodelt haben
- ihr würdet umgemodelt haben
- sie würden umgemodelt haben
Imperatief
- jij bak over
- jullie bakt over
Imperativ
- du mod(e)le um
- ihr modelt um