Vervoeging van overdelen
Onbepaalde wijs (infinitief): overdelen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik deel over
- jij deelt over
- hij/zij/het deelt over
- wij delen over
- jullie delen over
- zij delen over
Onvoltooid verleden tijd
- ik deelde over
- jij deelde over
- hij/zij/het deelde over
- wij deelden over
- jullie deelden over
- zij deelden over
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overgedeeld
- jij hebt overgedeeld
- hij/zij/het heeft overgedeeld
- wij hebben overgedeeld
- jullie hebben overgedeeld
- zij hebben overgedeeld
Voltooid verleden tijd
- ik had overgedeeld
- jij had overgedeeld
- hij/zij/het had overgedeeld
- wij hadden overgedeeld
- jullie hadden overgedeeld
- zij hadden overgedeeld
Toekomende tijd I
- ik zal overdelen
- jij zult overdelen
- hij/zij/het zal overdelen
- wij zullen overdelen
- jullie zullen overdelen
- zij zullen overdelen
Toekomende tijd II
- ik zal overgedeeld hebben
- jij zult overgedeeld hebben
- hij/zij/het zal overgedeeld hebben
- wij zullen overgedeeld hebben
- jullie zullen overgedeeld hebben
- zij zullen overgedeeld hebben
Conditionalis I
- ik zou overdelen
- jij zou overdelen
- hij/zij/het zou overdelen
- wij zouden overdelen
- jullie zouden overdelen
- zij zouden overdelen
Conditionalis II
- ik zou hebben overgedeeld
- jij zou hebben overgedeeld
- hij/zij/het zou hebben overgedeeld
- wij zouden hebben overgedeeld
- jullie zouden hebben overgedeeld
- zij zouden hebben overgedeeld
Imperatief
- jij deel over
- jullie deelt over