Vervoeging van oversturen
Onbepaalde wijs (infinitief): oversturen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik stuur over
- jij stuurt over
- hij/zij/het stuurt over
- wij sturen over
- jullie sturen over
- zij sturen over
Onvoltooid verleden tijd
- ik stuurde over
- jij stuurde over
- hij/zij/het stuurde over
- wij stuurden over
- jullie stuurden over
- zij stuurden over
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb overgestuurd
- jij hebt overgestuurd
- hij/zij/het heeft overgestuurd
- wij hebben overgestuurd
- jullie hebben overgestuurd
- zij hebben overgestuurd
Voltooid verleden tijd
- ik had overgestuurd
- jij had overgestuurd
- hij/zij/het had overgestuurd
- wij hadden overgestuurd
- jullie hadden overgestuurd
- zij hadden overgestuurd
Toekomende tijd I
- ik zal oversturen
- jij zult oversturen
- hij/zij/het zal oversturen
- wij zullen oversturen
- jullie zullen oversturen
- zij zullen oversturen
Toekomende tijd II
- ik zal overgestuurd hebben
- jij zult overgestuurd hebben
- hij/zij/het zal overgestuurd hebben
- wij zullen overgestuurd hebben
- jullie zullen overgestuurd hebben
- zij zullen overgestuurd hebben
Conditionalis I
- ik zou oversturen
- jij zou oversturen
- hij/zij/het zou oversturen
- wij zouden oversturen
- jullie zouden oversturen
- zij zouden oversturen
Conditionalis II
- ik zou hebben overgestuurd
- jij zou hebben overgestuurd
- hij/zij/het zou hebben overgestuurd
- wij zouden hebben overgestuurd
- jullie zouden hebben overgestuurd
- zij zouden hebben overgestuurd
Imperatief
- jij stuur over
- jullie stuurt over