Vervoeging van resoneren
Onbepaalde wijs (infinitief): resoneren
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik resoneer
- jij resoneert
- hij/zij/het resoneert
- wij resoneren
- jullie resoneren
- zij resoneren
Onvoltooid verleden tijd
- ik resoneerde
- jij resoneerde
- hij/zij/het resoneerde
- wij resoneerden
- jullie resoneerden
- zij resoneerden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb geresoneerd
- jij hebt geresoneerd
- hij/zij/het heeft geresoneerd
- wij hebben geresoneerd
- jullie hebben geresoneerd
- zij hebben geresoneerd
Voltooid verleden tijd
- ik had geresoneerd
- jij had geresoneerd
- hij/zij/het had geresoneerd
- wij hadden geresoneerd
- jullie hadden geresoneerd
- zij hadden geresoneerd
Toekomende tijd I
- ik zal resoneren
- jij zult resoneren
- hij/zij/het zal resoneren
- wij zullen resoneren
- jullie zullen resoneren
- zij zullen resoneren
Toekomende tijd II
- ik zal geresoneerd hebben
- jij zult geresoneerd hebben
- hij/zij/het zal geresoneerd hebben
- wij zullen geresoneerd hebben
- jullie zullen geresoneerd hebben
- zij zullen geresoneerd hebben
Conditionalis I
- ik zou resoneren
- jij zou resoneren
- hij/zij/het zou resoneren
- wij zouden resoneren
- jullie zouden resoneren
- zij zouden resoneren
Conditionalis II
- ik zou hebben geresoneerd
- jij zou hebben geresoneerd
- hij/zij/het zou hebben geresoneerd
- wij zouden hebben geresoneerd
- jullie zouden hebben geresoneerd
- zij zouden hebben geresoneerd
Imperatief
- jij resoneer
- jullie resoneert