Vervoeging van singelen
Onbepaalde wijs (infinitief): singelen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik singel
- jij singelt
- hij/zij/het singelt
- wij singelen
- jullie singelen
- zij singelen
Onvoltooid verleden tijd
- ik singelde
- jij singelde
- hij/zij/het singelde
- wij singelden
- jullie singelden
- zij singelden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesingeld
- jij hebt gesingeld
- hij/zij/het heeft gesingeld
- wij hebben gesingeld
- jullie hebben gesingeld
- zij hebben gesingeld
Voltooid verleden tijd
- ik had gesingeld
- jij had gesingeld
- hij/zij/het had gesingeld
- wij hadden gesingeld
- jullie hadden gesingeld
- zij hadden gesingeld
Toekomende tijd I
- ik zal singelen
- jij zult singelen
- hij/zij/het zal singelen
- wij zullen singelen
- jullie zullen singelen
- zij zullen singelen
Toekomende tijd II
- ik zal gesingeld hebben
- jij zult gesingeld hebben
- hij/zij/het zal gesingeld hebben
- wij zullen gesingeld hebben
- jullie zullen gesingeld hebben
- zij zullen gesingeld hebben
Conditionalis I
- ik zou singelen
- jij zou singelen
- hij/zij/het zou singelen
- wij zouden singelen
- jullie zouden singelen
- zij zouden singelen
Conditionalis II
- ik zou hebben gesingeld
- jij zou hebben gesingeld
- hij/zij/het zou hebben gesingeld
- wij zouden hebben gesingeld
- jullie zouden hebben gesingeld
- zij zouden hebben gesingeld
Imperatief
- jij singel
- jullie singelt