Vervoeging van sluiken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sluik
- jij sluikt
- hij/zij/het sluikt
- wij sluiken
- jullie sluiken
- zij sluiken
Onvoltooid verleden tijd
- ik slook
- jij slook
- hij/zij/het slook
- wij sloken
- jullie sloken
- zij sloken
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gesloken
- jij hebt gesloken
- hij/zij/het heeft gesloken
- wij hebben gesloken
- jullie hebben gesloken
- zij hebben gesloken
Voltooid verleden tijd
- ik had gesloken
- jij had gesloken
- hij/zij/het had gesloken
- wij hadden gesloken
- jullie hadden gesloken
- zij hadden gesloken
Toekomende tijd I
- ik zal sluiken
- jij zult sluiken
- hij/zij/het zal sluiken
- wij zullen sluiken
- jullie zullen sluiken
- zij zullen sluiken
Toekomende tijd II
- ik zal gesloken hebben
- jij zult gesloken hebben
- hij/zij/het zal gesloken hebben
- wij zullen gesloken hebben
- jullie zullen gesloken hebben
- zij zullen gesloken hebben
Conditionalis I
- ik zou sluiken
- jij zou sluiken
- hij/zij/het zou sluiken
- wij zouden sluiken
- jullie zouden sluiken
- zij zouden sluiken
Conditionalis II
- ik zou hebben gesloken
- jij zou hebben gesloken
- hij/zij/het zou hebben gesloken
- wij zouden hebben gesloken
- jullie zouden hebben gesloken
- zij zouden hebben gesloken
Imperatief
- jij sluik
- jullie sluikt