Vervoeging van spritsen
Onbepaalde wijs (infinitief): spritsen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik sprits
- jij spritst
- hij/zij/het spritst
- wij spritsen
- jullie spritsen
- zij spritsen
Onvoltooid verleden tijd
- ik spritste
- jij spritste
- hij/zij/het spritste
- wij spritsten
- jullie spritsten
- zij spritsten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb gespritst
- jij hebt gespritst
- hij/zij/het heeft gespritst
- wij hebben gespritst
- jullie hebben gespritst
- zij hebben gespritst
Voltooid verleden tijd
- ik had gespritst
- jij had gespritst
- hij/zij/het had gespritst
- wij hadden gespritst
- jullie hadden gespritst
- zij hadden gespritst
Toekomende tijd I
- ik zal spritsen
- jij zult spritsen
- hij/zij/het zal spritsen
- wij zullen spritsen
- jullie zullen spritsen
- zij zullen spritsen
Toekomende tijd II
- ik zal gespritst hebben
- jij zult gespritst hebben
- hij/zij/het zal gespritst hebben
- wij zullen gespritst hebben
- jullie zullen gespritst hebben
- zij zullen gespritst hebben
Conditionalis I
- ik zou spritsen
- jij zou spritsen
- hij/zij/het zou spritsen
- wij zouden spritsen
- jullie zouden spritsen
- zij zouden spritsen
Conditionalis II
- ik zou hebben gespritst
- jij zou hebben gespritst
- hij/zij/het zou hebben gespritst
- wij zouden hebben gespritst
- jullie zouden hebben gespritst
- zij zouden hebben gespritst
Imperatief
- jij sprits
- jullie spritst