Vervoeging van thuisbezorgen
Onbepaalde wijs (infinitief): thuisbezorgen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik bezorg thuis
- jij bezorgt thuis
- hij/zij/het bezorgt thuis
- wij bezorgen thuis
- jullie bezorgen thuis
- zij bezorgen thuis
Onvoltooid verleden tijd
- ik bezorgde thuis
- jij bezorgde thuis
- hij/zij/het bezorgde thuis
- wij bezorgden thuis
- jullie bezorgden thuis
- zij bezorgden thuis
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb thuisgebezorgd
- jij hebt thuisgebezorgd
- hij/zij/het heeft thuisgebezorgd
- wij hebben thuisgebezorgd
- jullie hebben thuisgebezorgd
- zij hebben thuisgebezorgd
Voltooid verleden tijd
- ik had thuisgebezorgd
- jij had thuisgebezorgd
- hij/zij/het had thuisgebezorgd
- wij hadden thuisgebezorgd
- jullie hadden thuisgebezorgd
- zij hadden thuisgebezorgd
Toekomende tijd I
- ik zal thuisbezorgen
- jij zult thuisbezorgen
- hij/zij/het zal thuisbezorgen
- wij zullen thuisbezorgen
- jullie zullen thuisbezorgen
- zij zullen thuisbezorgen
Toekomende tijd II
- ik zal thuisgebezorgd hebben
- jij zult thuisgebezorgd hebben
- hij/zij/het zal thuisgebezorgd hebben
- wij zullen thuisgebezorgd hebben
- jullie zullen thuisgebezorgd hebben
- zij zullen thuisgebezorgd hebben
Conditionalis I
- ik zou thuisbezorgen
- jij zou thuisbezorgen
- hij/zij/het zou thuisbezorgen
- wij zouden thuisbezorgen
- jullie zouden thuisbezorgen
- zij zouden thuisbezorgen
Conditionalis II
- ik zou hebben thuisgebezorgd
- jij zou hebben thuisgebezorgd
- hij/zij/het zou hebben thuisgebezorgd
- wij zouden hebben thuisgebezorgd
- jullie zouden hebben thuisgebezorgd
- zij zouden hebben thuisgebezorgd
Imperatief
- jij bezorg thuis
- jullie bezorgt thuis