Vervoeging van toenemen
Onbepaalde wijs (infinitief): toenemen
Nederlands
Duits
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het neemt toe
- zij nemen toe
Präsens Indikativ
- er/sie/es wächst heran
- sie wachsen heran
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het nam toe
- zij namen toe
Präteritum Indikativ
- er/sie/es wuchs heran
- sie wuchsen heran
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het heeft toegenomen
- zij hebben toegenomen
Perfekt Indikativ
- er/sie/es ist herangewachsen
- sie sind herangewachsen
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het had toegenomen
- zij hadden toegenomen
Plusquamperfekt Indikativ
- er/sie/es war herangewachsen
- sie waren herangewachsen
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal toenemen
- zij zult toenemen
Futur I Indikativ
- er/sie/es wird heranwachsen
- sie werden heranwachsen
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal toegenomen hebben
- zij zult toegenomen hebben
Futur II Indikativ
- er/sie/es wird herangewachsen sein
- sie werden herangewachsen sein
Conditionalis I
- hij/zij/het zal toenemen
- zij zullen toenemen
Futur I Konjunktiv II
- er/sie/es würde heranwachsen
- sie würden heranwachsen
Conditionalis II
- hij/zij/het zal hebben toegenomen
- zij zullen hebben toegenomen
Futur II Konjunktiv II
- er/sie/es würde herangewachsen sein
- sie würden herangewachsen sein