Vervoeging van triktrakken

Onbepaalde wijs (infinitief): triktrakken

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik triktrak
    • jij triktrakt
    • hij/zij/het triktrakt
    • wij triktrakken
    • jullie triktrakken
    • zij triktrakken
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik triktrakte
    • jij triktrakte
    • hij/zij/het triktrakte
    • wij triktrakten
    • jullie triktrakten
    • zij triktrakten
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb getriktrakt
    • jij hebt getriktrakt
    • hij/zij/het heeft getriktrakt
    • wij hebben getriktrakt
    • jullie hebben getriktrakt
    • zij hebben getriktrakt
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had getriktrakt
    • jij had getriktrakt
    • hij/zij/het had getriktrakt
    • wij hadden getriktrakt
    • jullie hadden getriktrakt
    • zij hadden getriktrakt
  • Toekomende tijd I

    • ik zal triktrakken
    • jij zult triktrakken
    • hij/zij/het zal triktrakken
    • wij zullen triktrakken
    • jullie zullen triktrakken
    • zij zullen triktrakken
  • Toekomende tijd II

    • ik zal getriktrakt hebben
    • jij zult getriktrakt hebben
    • hij/zij/het zal getriktrakt hebben
    • wij zullen getriktrakt hebben
    • jullie zullen getriktrakt hebben
    • zij zullen getriktrakt hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou triktrakken
    • jij zou triktrakken
    • hij/zij/het zou triktrakken
    • wij zouden triktrakken
    • jullie zouden triktrakken
    • zij zouden triktrakken
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben getriktrakt
    • jij zou hebben getriktrakt
    • hij/zij/het zou hebben getriktrakt
    • wij zouden hebben getriktrakt
    • jullie zouden hebben getriktrakt
    • zij zouden hebben getriktrakt
  • Imperatief

    • jij triktrak
    • jullie triktrakt

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van triktrakken