Vervoeging van uitbloeien
Onbepaalde wijs (infinitief): uitbloeien
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het bloeit uit
- zij bloeien uit
Onvoltooid verleden tijd
- hij/zij/het bloeide uit
- zij bloeiden uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- hij/zij/het is uitgebloeid
- zij zijn uitgebloeid
Voltooid verleden tijd
- hij/zij/het was uitgebloeid
- zij waren uitgebloeid
Toekomende tijd I
- hij/zij/het zal uitbloeien
- zij zult uitbloeien
Toekomende tijd II
- hij/zij/het zal uitgebloeid zijn
- zij zult uitgebloeid zijn
Conditionalis I
- hij/zij/het zal uitbloeien
- zij zullen uitbloeien
Conditionalis II
- hij/zij/het zal zijn uitgebloeid
- zij zullen zijn uitgebloeid