Vervoeging van uitpuffen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik puf uit
    • jij puft uit
    • hij/zij/het puft uit
    • wij puffen uit
    • jullie puffen uit
    • zij puffen uit
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik pufte uit
    • jij pufte uit
    • hij/zij/het pufte uit
    • wij puften uit
    • jullie puften uit
    • zij puften uit
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik ben uitgepuft
    • jij bent uitgepuft
    • hij/zij/het is uitgepuft
    • wij zijn uitgepuft
    • jullie zijn uitgepuft
    • zij zijn uitgepuft
  • Voltooid verleden tijd

    • ik was uitgepuft
    • jij was uitgepuft
    • hij/zij/het was uitgepuft
    • wij waren uitgepuft
    • jullie waren uitgepuft
    • zij waren uitgepuft
  • Toekomende tijd I

    • ik zal uitpuffen
    • jij zult uitpuffen
    • hij/zij/het zal uitpuffen
    • wij zullen uitpuffen
    • jullie zullen uitpuffen
    • zij zullen uitpuffen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal uitgepuft zijn
    • jij zult uitgepuft zijn
    • hij/zij/het zal uitgepuft zijn
    • wij zullen uitgepuft zijn
    • jullie zullen uitgepuft zijn
    • zij zullen uitgepuft zijn
  • Conditionalis I

    • ik zou uitpuffen
    • jij zou uitpuffen
    • hij/zij/het zou uitpuffen
    • wij zouden uitpuffen
    • jullie zouden uitpuffen
    • zij zouden uitpuffen
  • Conditionalis II

    • ik zou zijn uitgepuft
    • jij zou zijn uitgepuft
    • hij/zij/het zou zijn uitgepuft
    • wij zouden zijn uitgepuft
    • jullie zouden zijn uitgepuft
    • zij zouden zijn uitgepuft
  • Imperatief

    • jij puf uit
    • jullie puft uit