Vervoeging van uittesten
Onbepaalde wijs (infinitief): uittesten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik test uit
- jij test uit
- hij/zij/het test uit
- wij testen uit
- jullie testen uit
- zij testen uit
Onvoltooid verleden tijd
- ik testte uit
- jij testte uit
- hij/zij/het testte uit
- wij testten uit
- jullie testten uit
- zij testten uit
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb uitgetest
- jij hebt uitgetest
- hij/zij/het heeft uitgetest
- wij hebben uitgetest
- jullie hebben uitgetest
- zij hebben uitgetest
Voltooid verleden tijd
- ik had uitgetest
- jij had uitgetest
- hij/zij/het had uitgetest
- wij hadden uitgetest
- jullie hadden uitgetest
- zij hadden uitgetest
Toekomende tijd I
- ik zal uittesten
- jij zult uittesten
- hij/zij/het zal uittesten
- wij zullen uittesten
- jullie zullen uittesten
- zij zullen uittesten
Toekomende tijd II
- ik zal uitgetest hebben
- jij zult uitgetest hebben
- hij/zij/het zal uitgetest hebben
- wij zullen uitgetest hebben
- jullie zullen uitgetest hebben
- zij zullen uitgetest hebben
Conditionalis I
- ik zou uittesten
- jij zou uittesten
- hij/zij/het zou uittesten
- wij zouden uittesten
- jullie zouden uittesten
- zij zouden uittesten
Conditionalis II
- ik zou hebben uitgetest
- jij zou hebben uitgetest
- hij/zij/het zou hebben uitgetest
- wij zouden hebben uitgetest
- jullie zouden hebben uitgetest
- zij zouden hebben uitgetest
Imperatief
- jij test uit
- jullie test uit