Vervoeging van verdrieten
Onbepaalde wijs (infinitief): verdrieten
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdriet
- jij verdriet
- hij/zij/het verdriet
- wij verdrieten
- jullie verdrieten
- zij verdrieten
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdroot
- jij verdroot
- hij/zij/het verdroot
- wij verdroten
- jullie verdroten
- zij verdroten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verdroten
- jij hebt verdroten
- hij/zij/het heeft verdroten
- wij hebben verdroten
- jullie hebben verdroten
- zij hebben verdroten
Voltooid verleden tijd
- ik had verdroten
- jij had verdroten
- hij/zij/het had verdroten
- wij hadden verdroten
- jullie hadden verdroten
- zij hadden verdroten
Toekomende tijd I
- ik zal verdrieten
- jij zult verdrieten
- hij/zij/het zal verdrieten
- wij zullen verdrieten
- jullie zullen verdrieten
- zij zullen verdrieten
Toekomende tijd II
- ik zal verdroten hebben
- jij zult verdroten hebben
- hij/zij/het zal verdroten hebben
- wij zullen verdroten hebben
- jullie zullen verdroten hebben
- zij zullen verdroten hebben
Conditionalis I
- ik zou verdrieten
- jij zou verdrieten
- hij/zij/het zou verdrieten
- wij zouden verdrieten
- jullie zouden verdrieten
- zij zouden verdrieten
Conditionalis II
- ik zou hebben verdroten
- jij zou hebben verdroten
- hij/zij/het zou hebben verdroten
- wij zouden hebben verdroten
- jullie zouden hebben verdroten
- zij zouden hebben verdroten
Imperatief
- jij verdriet
- jullie verdriet