Vervoeging van verdwalen
Onbepaalde wijs (infinitief): verdwalen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verdwaal
- jij verdwaalt
- hij/zij/het verdwaalt
- wij verdwalen
- jullie verdwalen
- zij verdwalen
Onvoltooid verleden tijd
- ik verdwaalde
- jij verdwaalde
- hij/zij/het verdwaalde
- wij verdwaalden
- jullie verdwaalden
- zij verdwaalden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben verdwaald
- jij bent verdwaald
- hij/zij/het is verdwaald
- wij zijn verdwaald
- jullie zijn verdwaald
- zij zijn verdwaald
Voltooid verleden tijd
- ik was verdwaald
- jij was verdwaald
- hij/zij/het was verdwaald
- wij waren verdwaald
- jullie waren verdwaald
- zij waren verdwaald
Toekomende tijd I
- ik zal verdwalen
- jij zult verdwalen
- hij/zij/het zal verdwalen
- wij zullen verdwalen
- jullie zullen verdwalen
- zij zullen verdwalen
Toekomende tijd II
- ik zal verdwaald zijn
- jij zult verdwaald zijn
- hij/zij/het zal verdwaald zijn
- wij zullen verdwaald zijn
- jullie zullen verdwaald zijn
- zij zullen verdwaald zijn
Conditionalis I
- ik zou verdwalen
- jij zou verdwalen
- hij/zij/het zou verdwalen
- wij zouden verdwalen
- jullie zouden verdwalen
- zij zouden verdwalen
Conditionalis II
- ik zou zijn verdwaald
- jij zou zijn verdwaald
- hij/zij/het zou zijn verdwaald
- wij zouden zijn verdwaald
- jullie zouden zijn verdwaald
- zij zouden zijn verdwaald
Imperatief
- jij verdwaal
- jullie verdwaalt