Vervoeging van verdwijnen

Onbepaalde wijs (infinitief): verdwijnen

Nederlands

Duits

Onvoltooid tegenwoordige tijd

  • ik verdwijn
  • jij verdwijnt
  • hij/zij/het verdwijnt
  • wij verdwijnen
  • jullie verdwijnen
  • zij verdwijnen

Präsens Indikativ

  • ich entschwinde
  • du entschwindest
  • er/sie/es entschwindet
  • wir entschwinden
  • ihr entschwindet
  • sie entschwinden

Onvoltooid verleden tijd

  • ik verdween
  • jij verdween
  • hij/zij/het verdween
  • wij verdwenen
  • jullie verdwenen
  • zij verdwenen

Präteritum Indikativ

  • ich entschwand
  • du entschwandest
  • er/sie/es entschwand
  • wir entschwanden
  • ihr entschwandet
  • sie entschwanden

Voltooid tegenwoordige tijd

  • ik ben verdwenen
  • jij bent verdwenen
  • hij/zij/het is verdwenen
  • wij zijn verdwenen
  • jullie zijn verdwenen
  • zij zijn verdwenen

Perfekt Indikativ

  • ich bin entschwunden
  • du bist entschwunden
  • er/sie/es ist entschwunden
  • wir sind entschwunden
  • ihr seid entschwunden
  • sie sind entschwunden

Voltooid verleden tijd

  • ik was verdwenen
  • jij was verdwenen
  • hij/zij/het was verdwenen
  • wij waren verdwenen
  • jullie waren verdwenen
  • zij waren verdwenen

Plusquamperfekt Indikativ

  • ich war entschwunden
  • du warst entschwunden
  • er/sie/es war entschwunden
  • wir waren entschwunden
  • ihr wart entschwunden
  • sie waren entschwunden

Toekomende tijd I

  • ik zal verdwijnen
  • jij zult verdwijnen
  • hij/zij/het zal verdwijnen
  • wij zullen verdwijnen
  • jullie zullen verdwijnen
  • zij zullen verdwijnen

Futur I Indikativ

  • ich werde entschwinden
  • du wirst entschwinden
  • er/sie/es wird entschwinden
  • wir werden entschwinden
  • ihr werdet entschwinden
  • sie werden entschwinden

Toekomende tijd II

  • ik zal verdwenen zijn
  • jij zult verdwenen zijn
  • hij/zij/het zal verdwenen zijn
  • wij zullen verdwenen zijn
  • jullie zullen verdwenen zijn
  • zij zullen verdwenen zijn

Futur II Indikativ

  • ich werde entschwunden sein
  • du wirst entschwunden sein
  • er/sie/es wird entschwunden sein
  • wir werden entschwunden sein
  • ihr werdet entschwunden sein
  • sie werden entschwunden sein

Conditionalis I

  • ik zou verdwijnen
  • jij zou verdwijnen
  • hij/zij/het zou verdwijnen
  • wij zouden verdwijnen
  • jullie zouden verdwijnen
  • zij zouden verdwijnen

Futur I Konjunktiv II

  • ich würde entschwinden
  • du würdest entschwinden
  • er/sie/es würde entschwinden
  • wir würden entschwinden
  • ihr würdet entschwinden
  • sie würden entschwinden

Conditionalis II

  • ik zou zijn verdwenen
  • jij zou zijn verdwenen
  • hij/zij/het zou zijn verdwenen
  • wij zouden zijn verdwenen
  • jullie zouden zijn verdwenen
  • zij zouden zijn verdwenen

Futur II Konjunktiv II

  • ich würde entschwunden sein
  • du würdest entschwunden sein
  • er/sie/es würde entschwunden sein
  • wir würden entschwunden sein
  • ihr würdet entschwunden sein
  • sie würden entschwunden sein

Imperatief

  • jij verdwijn
  • jullie verdwijnt

Imperativ

  • du entschwind(e)
  • ihr entschwindet

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van verdwijnen