Vervoeging van verhevigen
Onbepaalde wijs (infinitief): verhevigen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verhevig
- jij verhevigt
- hij/zij/het verhevigt
- wij verhevigen
- jullie verhevigen
- zij verhevigen
Onvoltooid verleden tijd
- ik verhevigde
- jij verhevigde
- hij/zij/het verhevigde
- wij verhevigden
- jullie verhevigden
- zij verhevigden
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb verhevigd
- jij hebt verhevigd
- hij/zij/het heeft verhevigd
- wij hebben verhevigd
- jullie hebben verhevigd
- zij hebben verhevigd
Voltooid verleden tijd
- ik had verhevigd
- jij had verhevigd
- hij/zij/het had verhevigd
- wij hadden verhevigd
- jullie hadden verhevigd
- zij hadden verhevigd
Toekomende tijd I
- ik zal verhevigen
- jij zult verhevigen
- hij/zij/het zal verhevigen
- wij zullen verhevigen
- jullie zullen verhevigen
- zij zullen verhevigen
Toekomende tijd II
- ik zal verhevigd hebben
- jij zult verhevigd hebben
- hij/zij/het zal verhevigd hebben
- wij zullen verhevigd hebben
- jullie zullen verhevigd hebben
- zij zullen verhevigd hebben
Conditionalis I
- ik zou verhevigen
- jij zou verhevigen
- hij/zij/het zou verhevigen
- wij zouden verhevigen
- jullie zouden verhevigen
- zij zouden verhevigen
Conditionalis II
- ik zou hebben verhevigd
- jij zou hebben verhevigd
- hij/zij/het zou hebben verhevigd
- wij zouden hebben verhevigd
- jullie zouden hebben verhevigd
- zij zouden hebben verhevigd
Imperatief
- jij verhevig
- jullie verhevigt