Vervoeging van verkalken
Onbepaalde wijs (infinitief): verkalken
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik verkalk
- jij verkalkt
- hij/zij/het verkalkt
- wij verkalken
- jullie verkalken
- zij verkalken
Onvoltooid verleden tijd
- ik verkalkte
- jij verkalkte
- hij/zij/het verkalkte
- wij verkalkten
- jullie verkalkten
- zij verkalkten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik ben verkalkt
- jij bent verkalkt
- hij/zij/het is verkalkt
- wij zijn verkalkt
- jullie zijn verkalkt
- zij zijn verkalkt
Voltooid verleden tijd
- ik was verkalkt
- jij was verkalkt
- hij/zij/het was verkalkt
- wij waren verkalkt
- jullie waren verkalkt
- zij waren verkalkt
Toekomende tijd I
- ik zal verkalken
- jij zult verkalken
- hij/zij/het zal verkalken
- wij zullen verkalken
- jullie zullen verkalken
- zij zullen verkalken
Toekomende tijd II
- ik zal verkalkt zijn
- jij zult verkalkt zijn
- hij/zij/het zal verkalkt zijn
- wij zullen verkalkt zijn
- jullie zullen verkalkt zijn
- zij zullen verkalkt zijn
Conditionalis I
- ik zou verkalken
- jij zou verkalken
- hij/zij/het zou verkalken
- wij zouden verkalken
- jullie zouden verkalken
- zij zouden verkalken
Conditionalis II
- ik zou zijn verkalkt
- jij zou zijn verkalkt
- hij/zij/het zou zijn verkalkt
- wij zouden zijn verkalkt
- jullie zouden zijn verkalkt
- zij zouden zijn verkalkt
Imperatief
- jij verkalk
- jullie verkalkt