Vervoeging van vermanen

Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.

  • Onvoltooid tegenwoordige tijd

    • ik vermaan
    • jij vermaant
    • hij/zij/het vermaant
    • wij vermanen
    • jullie vermanen
    • zij vermanen
  • Onvoltooid verleden tijd

    • ik vermaande
    • jij vermaande
    • hij/zij/het vermaande
    • wij vermaanden
    • jullie vermaanden
    • zij vermaanden
  • Voltooid tegenwoordige tijd

    • ik heb vermaand
    • jij hebt vermaand
    • hij/zij/het heeft vermaand
    • wij hebben vermaand
    • jullie hebben vermaand
    • zij hebben vermaand
  • Voltooid verleden tijd

    • ik had vermaand
    • jij had vermaand
    • hij/zij/het had vermaand
    • wij hadden vermaand
    • jullie hadden vermaand
    • zij hadden vermaand
  • Toekomende tijd I

    • ik zal vermanen
    • jij zult vermanen
    • hij/zij/het zal vermanen
    • wij zullen vermanen
    • jullie zullen vermanen
    • zij zullen vermanen
  • Toekomende tijd II

    • ik zal vermaand hebben
    • jij zult vermaand hebben
    • hij/zij/het zal vermaand hebben
    • wij zullen vermaand hebben
    • jullie zullen vermaand hebben
    • zij zullen vermaand hebben
  • Conditionalis I

    • ik zou vermanen
    • jij zou vermanen
    • hij/zij/het zou vermanen
    • wij zouden vermanen
    • jullie zouden vermanen
    • zij zouden vermanen
  • Conditionalis II

    • ik zou hebben vermaand
    • jij zou hebben vermaand
    • hij/zij/het zou hebben vermaand
    • wij zouden hebben vermaand
    • jullie zouden hebben vermaand
    • zij zouden hebben vermaand
  • Imperatief

    • jij vermaan
    • jullie vermaant

Verwijzingen

Bekijk 1 definitie(s) van vermanen