Vervoeging van vernissen
Onbepaalde wijs (infinitief): vernissen
Er is helaas geen Duitse vertaling gevonden.
Onvoltooid tegenwoordige tijd
- ik vernis
- jij vernist
- hij/zij/het vernist
- wij vernissen
- jullie vernissen
- zij vernissen
Onvoltooid verleden tijd
- ik verniste
- jij verniste
- hij/zij/het verniste
- wij vernisten
- jullie vernisten
- zij vernisten
Voltooid tegenwoordige tijd
- ik heb vernist
- jij hebt vernist
- hij/zij/het heeft vernist
- wij hebben vernist
- jullie hebben vernist
- zij hebben vernist
Voltooid verleden tijd
- ik had vernist
- jij had vernist
- hij/zij/het had vernist
- wij hadden vernist
- jullie hadden vernist
- zij hadden vernist
Toekomende tijd I
- ik zal vernissen
- jij zult vernissen
- hij/zij/het zal vernissen
- wij zullen vernissen
- jullie zullen vernissen
- zij zullen vernissen
Toekomende tijd II
- ik zal vernist hebben
- jij zult vernist hebben
- hij/zij/het zal vernist hebben
- wij zullen vernist hebben
- jullie zullen vernist hebben
- zij zullen vernist hebben
Conditionalis I
- ik zou vernissen
- jij zou vernissen
- hij/zij/het zou vernissen
- wij zouden vernissen
- jullie zouden vernissen
- zij zouden vernissen
Conditionalis II
- ik zou hebben vernist
- jij zou hebben vernist
- hij/zij/het zou hebben vernist
- wij zouden hebben vernist
- jullie zouden hebben vernist
- zij zouden hebben vernist
Imperatief
- jij vernis
- jullie vernist